‘Het probleem is dat ondernemers er zich niet van bewust zijn dat er drempels weg te nemen zijn. Maar als je erover begint, zeggen vrijwel alle partijen: ik wil wel een spiegel voorgehouden krijgen om te zien wat er te verbeteren valt.’ MKB-Rotterdam-voorzitter Henk van der Beek is er van overtuigd dat de bereidheid bij ondernemers in het midden- en kleinbedrijf in de regio Rotterdam groot is om hun bedrijf toegankelijk te maken voor mensen met een beperking.

Hij raadt zijn leden aan om de VGR een toegankelijkheids-audit uit te laten voeren. Het resultaat van de audit is een advies over aan te brengen verbeteringen of het VGR-vignet voor bedrijven die al voldoen aan de eisen van toegankelijkheid.

Positieve opstelling

Van der Beek: ‘Wij kunnen als MKB-Rotterdam een handje helpen. Als wij ondernemers aanspreken of voor een bijeenkomst uitnodigen hebben we er gelijk honderden te pakken. Ik hoop dat er daardoor een olievlek werking ontstaat. Dat ondernemers elkaar aanspreken: joh, ik heb dit gedaan, is dat ook niet wat voor jouw zaak?’

Van der Beek, die ook lid is van het comité van aanbeveling van de VGR, meent dat het heel belangrijk is om een positieve opstelling te kiezen. ‘Het gaat er niet om ondernemers na te wijzen, maar om de juiste oplossingen aan te dragen. Die oplossingen verschillen per bedrijf en hoeven echt niet altijd heel kostbaar te zijn. Vaak kun je met eenvoudige middelen al veel bereiken. In de horeca is de bejegening van mensen met een beperking bijvoorbeeld ook heel belangrijk. Wij zouden als MKB-Rotterdam in dat opzicht ook iets kunnen doen. Want de beroepsopleidingen vragen aan ons: roep maar wat er in de praktijk nodig is om goede werknemers af te leveren.’

Vertrouwen
Het vertrouwen van Van der Beek in de bereidheid van ondernemers komt niet uit de lucht vallen. In april 2015 startte hij een project om 1800 mensen met een beperking aan de slag te helpen. ‘Voor de zomer stond de teller al op 1100 en 86 procent van hen is aan de slag binnen het midden- en kleinbedrijf. Als deze ondernemers zich openstellen voor die mensen in het kader van de Participatiewet, ben ik er van overtuigd dat ze gevoelig zijn voor zaken die de toegankelijkheid van hun bedrijf betreffen.’ Van der Beek is in zijn gevarieerde carriére zelf ook horeca-ondernemer geweest. ‘Als exploitant zou ik het wel weten -daarvoor hoef je niet gestudeerd te hebben- een gezelschap met in hun midden iemand met een rolstoel gaat naar een bedrijf dat toegankelijk is.’

‘Een mkb-ondernemer werkt zich een slag in het rond, doet ’s avonds de administratie en maakt offertes. Hij heeft duizend dingen aan zijn hoofd en heeft problemen daardoor niet altijd in de gaten. Maar als je hem aanspreekt is hij wel heel slagvaardig. Dan gaat hij niet eerst een beleidsnota schrijven.’ Van der Beek was voor zijn pensionering directeur van de Rotterdamse Mobiliteit Centrale (RMC) die zich bezig houdt met het vervoer van mensen met een beperking. ‘Zelfs in ons bedrijf, dat terdege rekening houdt met de belangen van deze mensen, waren we zo onverstandig de vergaderruimte op de eerste verdieping in te richten.‘ Het onderstreept volgens hem de zin en de noodzaak om met een positieve instelling in gesprek te gaan met ondernemers. Hij vindt dat toegankelijkheid niet alleen van belang is bij winkels en horeca, maar dat het een zaak is voor alle 23.000 mkb-bedrijven in de regio Groot-Rotterdam.